De alom bekende situatie van ‘iedereen die op elkaar gaat zitten wachten’ lijkt niet aan de orde bij Dutch Racing Trophy. Deze nieuwe serie, die het breedtesportlandschap van de DNRT naar boven afrondt, staat op het punt om een vliegende start te maken tijdens de Paasraces. “Met meervoudige inschrijvingen van bekende teams en individuele aanmeldingen schieten we ruimschoots door de twintig deelnemers heen,” zegt coördinator Gert-Jan Konijnendijk. Dat belooft wat.

‘Als er … (vul maar een aantal in) meedoen, stappen wij ook in.’ Een veelgehoorde uitspraak, typerend voor de racerij en ook wel logisch verklaarbaar vanuit de optiek dat iedereen die autosport bedrijft oprechte competitie zoekt, met toch wel minimaal een stuk of twintig (st)rijders in het veld. Klaarblijkelijk ligt dat vertrouwen er bij voorbaat al waar het Dutch Racing Trophy betreft, die tijdens de aanstaande Paasraces (29 en 30 maart) op Circuit Zandvoort voor het eerst losgaat. Een initiatief van CP Motorsport, ontstaan uit een goed gesprek met de DNRT, die een en ander faciliteert en daarbij alle voorzieningen treft: wedstrijdsecretariaat en -leiding, marshals, TC’ers, tijdwaarneming en podiumceremonie. Samen met Wouter Sonderwal, een bekend figuur in Zandvoortse breedtesportkringen, vervult Gert-Jan Konijnendijk de rol van klassenvertegenwoordiger en daarmee tevens aanjager. “Eerlijk waar, deze animo hadden we niet verwacht,” meldt hij ietwat beduusd. “Weliswaar is de serie ontstaan vanuit een grote animo binnen onze achterban en uit andere hoeken, maar tussen serieuze belangstelling tonen en daadwerkelijk jezelf aanmelden om mee te doen zit zoals bekend nog weleens een verschil. Blijkbaar speelt het concept precies in op wat rijders zoeken.”

Niet kannibaliseren
Dutch Racing Trophy heeft volgens Konijnendijk nadrukkelijk niet het doel andere raceklassen te kannibaliseren. Hij spreekt over een andere invalshoek. “We springen in op wensen en behoeften die binnen onze achterban geventileerd worden. Kort samengevat komt dat neer op maximale rijtijd binnen een zo compact mogelijk programma, waaraan de coureurs en teams slechts een deel van hun weekend hoeven op te offeren. Door hoofdzakelijk de vrijdagen en zaterdagen te benutten houden we voor iedereen de zondag vrij om met familie door te brengen. In die twee dagen serveren we in totaal 210 minuten tracktime, dus omgerekend drieënhalf uur meters maken. Je kunt eventueel zelfs op de vrijdagochtend arriveren en dan ’s middags starten met de vrije training van dertig minuten, gevolgd door een even lange kwalificatie en de eerste wedstrijd van vijftig minuten. Zowel op zaterdagochtend als -middag staan nog twee van zulke lange sprintraces op het programma, telkens met een verplichte pitstop van zeventig seconden. Voldoende om een rijderswissel toe te laten, wat rijders in de gelegenheid stelt om de auto te delen. Als je het kostenplaatje afzet tegen de tracktime, ligt Dutch Racing Trophy exact in lijn met de andere DNRT-sprintwedstrijden.”

Dichtgetimmerd
Dat laatste geldt ook voor de kalender in het debuutjaar 2024 (zie kader) en in globale zin voor het reglement. “Dat zit heel transparant in elkaar, waarbij we belangrijke zaken zorgvuldig dichtgetimmerd hebben, zoals tijdstraffen voor overtredingen. In grote lijnen volgen we de structuur van de DNRT bij de vrije klassen, waarbij we de bandenkeuze vrijlaten. Veel coureurs vinden het prettig om daar hun eigen voorkeur te laten gelden en omdat we niet in cupvorm racen hoeven dingen ook niet exact gelijkwaardig te zijn. Als leidende factor hanteren we de rondetijden, die in totaal vier divisies opleveren. Coureur en materiaal moeten op een droog Circuit Zandvoort minimaal 1:58 minuten kunnen behalen en de ondergrens in snelheid ligt bij 1:42 minuten. Daarmee voel je al aankomen dat we in principe geen prototypes, sportscars en GT3’s toelaten. Enerzijds vanwege de snelheidsverschillen, anderzijds in een aantal gevallen ook vanwege de lage bouw. Dat er ineens iemand naast je zit die je in de spiegel niet had zien naderen. Qua bovengrens zullen een BMW 130i, een willekeurig type M3 of een Renault Clio Cup veelal in het plaatje passen. Voor de veiligheid werken we met een rollende start, zodat we altijd zeker weten dat iedereen wegkomt.”

Typespecifieke divisies
Naast de genoemde klassen zet de organisatie van Dutch Racing Trophy de deuren open voor typespecifieke divisies. “Mits er minimaal vijf gelijkwaardige auto’s worden aangemeld,” licht Konijnendijk toe. “Het hoeven niet per se identieke modellen te betreffen: een subveld met alleen TCR’s kan ook. Concreet starten we tijdens de Paasraces met M235i’s en M2’s CS van BMW Motorsport. Deze laatste kenden tot voor kort hun eigen raceklasse in Nederland, maar die draait inmiddels niet meer. Met CP Motorsport hebben wij er tien klaarstaan om te runnen en daarvan zijn er nog enkele beschikbaar. Sowieso brengen wij redelijk wat klanten in bij de Dutch Racing Trophy, een logisch voortvloeisel van de eerder geuite interesse. Daarnaast echter stappen ook diverse andere teams in met meerdere inschrijvingen, zoals JR Motorsport, Niemann Autosport en MDM Motorsport en, uit België, JJ Motorsport. Tevens bespeuren we een groeiende belangstelling vanuit particulieren. Dat gaat van doorstromers uit de sprintklassen in de breedtesport tot trackdayrijders die het hogerop zoeken en niet te vergeten herintreders. Als wij het veld op termijn naar een stuk of dertig auto’s kunnen uitbouwen, zijn wij dik tevreden. Een begin als dit stemt ons hoopvol.”

Johan de Rouw: “Geen gekke fratsen”
Twee jaar geleden lichtte Johan de Rouw een tipje van de sluier op omtrent zijn in aanbouw zijnde BMW M2, lang voordat het concept van Dutch Racing Trophy geboren werd. Nu vallen de puzzelstukjes mooi in elkaar. “In de projectfase heeft Gert-Jan Konijnendijk mij begeleid met onderdelen en adviezen. Er kwam weleens ter sprake dat ik het sprintracen best weer wilde oppakken, alleen vond ik evenementen die telkens een lang weekend duren bezwaarlijk. Ik hecht waarde aan een gezonde balans tussen hobby, werk en een gezinsleven. Het idee van Dutch Racing Trophy sprak mij wel aan, ook budgettechnisch. Rondetijden als uitgangspunt maken het voor de organisatie een stuk makkelijker, want ik tegenstelling tot wat bij cups gebeurt hoef je nooit op illegaliteit te controleren.” De BMW in kwestie laat zich omschrijven als ‘het beste van twee werelden’. “Het is een originele straat-M2 met motor, bak en differentieel van de CS Racing en daaromheen polyester bodypanelen. Dat scheelt honderd kilo. Afgelopen seizoen heb ik er veel mee getraind, inclusief twee middagen met Jaap van Lagen als coach aan boord. Heel intensief, maar ook heel leerzaam. In november reed ik voor het eerst met de BMW in de regen en aan het eind van de dag haalde ik rondetijden van 1:58 minuten op een natte baan, waar ik ’s ochtends voorzichtig begon met 2:06 minuten. Ik vind het namelijk belangrijk om eerst vertrouwen op te bouwen. Do or die, dat past niet bij mij. Van de 70 wedstrijden die ik tot nu toe heb gereden ben ik 69 keer aan de finish gekomen. Geen gekke fratsen.”

Peter Terlouw: “Droom in vervulling”
Binnen de DNRT behoorde ‘BMW-man’ Peter Terlouw in het verleden tot de vertrouwde gezichten, maar we moesten hem een tijdje missen. “De afgelopen zes jaar zijn mijn zoon Matthijs en ik fanatiek bezig geweest met karten; zelfs wedstrijden op Europees niveau. Nou leerde ik in dat wereldje een in Nederland geïmmigreerde Spanjaard kennen die in 2016 een nieuwe SEAT Leon TCR had gekocht. Op hobbyniveau reed hij daar wat races en vooral trackdays mee. ‘Als je hem ooit van de hand wilt doen, bel mij dan,’ zei ik een keer gekscherend tegen hem. Vorig jaar april kwam dat moment en daarmee ging echt een droom in vervulling. Echt een racewagen next level. Op dit moment ligt de auto helemaal uit elkaar, want met aardig wat circuitkilometers achter de rug was hij onderhand aan een motor- en bakrevisie toe. Die vinden plaats bij Ferry Monster Autosport, hier twee dorpen verderop, maar in de basis gaan we de SEAT straks wel zelf runnen. Omdat Matthijs en ik straks met zijn tweeën willen gaan racen, zo nu en dan met mijn kameraad Robbin Heijerman als derde teamgenoot, past het format van Dutch Racing Trophy ons erg goed. Lekker veel rijtijd in twee dagen en, zo verwachten we, toch dat echte DNRT-sfeertje. Wij vinden het belangrijk dat iedereen ’s avonds zijn auto weer ongehavend de kar op kan rijden.”

Eric Jan Niemann: “Geen lange weekenden onderweg”
Een goede teambaas houdt zijn ogen natuurlijk open voor interessante competities waar hij de coureurs uit zijn stal kan laten rijden. Zo zette Eric Jan Niemann drie klanten uit de breedtesport op het spoor van Dutch Racing Trophy. “Rients Visser met zijn BMW E46 M3, Theo Peters met zijn E90 330d en Marcel Schoonhoven met zijn Cupra Leon TCR. Zoiets als DRT bestond nog niet: veel meters maken in twee dagen, maar toch geen lange weekenden onderweg zijn. Interessant dus om eens te proberen en ik hoop dat het een succes wordt. Fijn in ieder geval dat de organisatie de bandenkeuze vrijlaat en dat we niet verplicht op een bepaald merk en type moeten rijden. Zo kun je ook budgettair de juiste keuze maken, met als keerzijde dat degenen met het meeste geld het beste materiaal zullen monteren.” Niemann Autosport gaat zich in de Dutch Racing Trophy strikt beperken tot het runnen van drie auto’s. “Dat vind ik het maximale om het overzichtelijk te houden.” Logisch, want de kwaliteit van service mag niet onder de kwantiteit lijden.

Divisies Dutch Racing Trophy 2024 (rondetijden op droog Circuit Zandvoort)

I: 1:42-1:46 minuten
II: 1:46-1:50 minuten
III: 1:50-1:54 minuten
IV: 1:54-1:58 minuten

Kalender Dutch Racing Trophy 2024

29-30 maart: Paasraces Circuit Zandvoort
17-18 mei: Pinksterraces Circuit Zandvoort
5-6 juli: DNRT Circuit Zandvoort
20-22 september: DNRT TT Circuit Assen
4-6 oktober: DNRT Spa-Francorchamps
25-26 oktober: Finaleraces Circuit Zandvoort

Meer informatie: www.dutchracingtrophy.nl

Tekst: Aart van der Haagen – Foto’s: PR

Wil jij ons magazine ook lezen? Meld je dan aan via “bestellen” op onze website: www.start84.nl