Als de mannen van de BMW Compact Cup zo doorgaan met hun promotie-inspanningen, moet Circuit Zandvoort straks zijn baan verbreden. Tijdens de Meerijdag op 26 november stonden zeventien gegadigden te trappelen om zich volgas over de omloop te laten sleuren door een ervaren coureur, met het risico dat de racekriebels spontaan de kop zouden opsteken. Gladjes was het wel, vooral in de ochtend.

‘Misschien wel de leukste raceklasse van Nederland!’ lees je op de website van de BMW Compact Cup. De roergangers van deze populaire raceserie binnen de DNRT lijden in ieder geval niet aan valse bescheidenheid en doen er werkelijk alles aan om hun boodschap op helmloos Nederland over te dragen, met alle mogelijke middelen. Zo pionieerden ze een paar jaar geleden met de eerste editie van de Meerijdag, een concept dat nu her en der in de breedtesport onder de kopieermachine is beland, hetgeen deze actieve kerels alleen maar als een compliment beschouwen. Als het aan deze fanatiekelingen lag, had BMW heel wat meer van deze 3 Series met hun afgeknotte achterkant kunnen verkopen. Het imago stijgt binnen de Nederlandse hobbyracerij aanmerkelijk en niemand in die kringen durft zich nog laatdunkend uit te spreken over de hatchback die ooit de entree tot het Beierse merk bood. Heden ten dage fungeert hij – samen met enkele andere opgefokte toerwagens – als toegangspoort tot de autorensport, haalbaar voor normale mensen met een normaal beroep en normale omgangsvormen. De archetypische DNRT’ers, dus. Freude am Fahren in een betaalbare eenheidsklasse, dat vormt het recept.

Meervoudige glijpartij
Cupcoördinator Jos Jaspers zat vanuit zijn niet-aflatende enthousiasme al een tijd aan ons te trekken of we eens een reportage zouden willen maken over de Meerijdag. Nou, heus wel, alleen op één voorwaarde: dat we bij die gelegenheid zelf zo’n instap-Bimmer in racespecificatie aan de tand mogen voelen. Deal! Nou kun je dat met een grote mond roepen, alleen moet je dan ook de consequenties aanvaarden, zoals in dit geval novemberse weersomstandigheden. Niet eens zeikregen en gure wind, zoals die ons kikkerlandje in dit jaargetijde maar al te graag teisteren, alleen wel genoeg koude dauw om het asfalt te polijsten tot een spiegelglad oppervlak met weinig loyaliteit richting de semi-slicks zoals de DNRT ze voor wedstrijden voorschrijft. “De grip is bijna nul,” schatert Ralf Jaspers (de zoon van…) het uit, terwijl hij zojuist zichtbaar heeft genoten van een meervoudige glijpartij, beter gezegd een glibberende aaneenschakeling van bochten. Niet een heel comfortabele gedachte voor een verslaggever die zich vrij zelden op het circuit waagt en die het zich absoluut niet kan permitteren om een racewagen af te schrijven, zelfs geen goedkope BMW Compact.

Jeugdige onbezonnenheid
Op papier oogt het allemaal tamelijk onschuldig, zo’n achterwielaangedreven hatchback met een krappe 150 pk uit een viercilinder zestienkleppenmotor, maar de routiniers uit deze raceklasse zetten er tijdens de Vrijrijdendag van de Rensportschool Zandvoort op zaterdag 26 november toch flink de sokken in en vliegen de trackdaypiloten om de oren. Ervaren rotten als Marnix Putto, Gerard Vleming en Nico Koetsveld zijn helemaal vergroeid geraakt met hun Compact en laten het ding over het spekgladde asfalt zwieren alsof ze schaatsen in Thialf. Ook Martijn Noordhoek en Evert Reimus, latere intreders, doen een aardige duit in het zakje. Als je ze van een afstandje ziet stoeien met hun Bimmer lijkt het een koud kunstje, toepasselijk uitgedrukt. Vanaf de passagiersstoel, met Ralf Jaspers als stuurman, wordt het schouwspel al een heel stuk indrukwekkender. Onverschrokken veegt hij met gecontroleerd maaiende armen de baan aan, waarmee hij de onderhoudsploeg van Circuit Zandvoort een serieuze partij werk bespaart. Een handige vogel, volgens zijn vader gezegend met een flink pak jeugdige onbezonnenheid, maar met de afwisselend onder- en oversturende BMW kleurt hij toch netjes binnen de lijntjes. Niet met een buitengewoon ruime marge overigens, dat niet.

Eerst zien, dan geloven
Volgens een strak tijdschema worden gedurende de ochtend en middag zeventien gegadigden over vijf bijrijdersstoelen verspreid. “Mensen die op zijn minst enige serieuze interesse in de BMW Compact Cup hebben getoond,” legt Jos Jaspers uit. “We vertellen ze alles over hoe het in onze klasse werkt, hoe je überhaupt begint met racen en wat erbij komt kijken als je zo’n auto gaat opbouwen, met als alternatief natuurlijk dat je een kant en klaar exemplaar huurt bij een preparateur.” Hij wendt zich tot enkele genodigden en zegt met twinkelende ogen: “Als je één keer meerijdt met onze coureurs, ben je verkocht.” Sommigen glimlachen, anderen fronsen met blijk van enige scepsis de wenkbrauwen, maar bij iedereen spat de nieuwsgierigheid ervan af. Eerst zien, dan geloven. Welnu, ze krijgen hun portie, meer dan ze ooit hebben durven inschatten. De adrenaline laat zich nauwelijks beteugelen wanneer ze na afloop tussen de buizen van de rolkooi naar buiten klauteren, de één wat soepeler dan de ander. Een enkeling zou het liefst het stuur overnemen, maar dat vindt de organisatie van de BMW Compact Cup toch iets teveel een sprong in het diepe, ook na het opdrogen van de baan en het drastisch toenemen van de grip in de middag.

Wonder boven wonder
De enige die dit privilege mag genieten is de correspondent van Start ’84, die zich ondertussen steeds ongemakkelijker begint te voelen, zeker met zoveel publiek om zich heen. Gelukkig wekt de BMW uit de jaren negentig een zekere mate van vertrouwen, na een recente circuitervaring met een 3 Serie in sedanvorm op Assen, dat er toen wel een heel stuk droger bij lag. Zo’n E36 trek je aan als een handschoen, die altijd gedwee je vingers volgt, wat je ook bedient. Wel moet je wennen aan de omgangsvormen van de sinterplaatkoppeling. “Doe één ding vooral niet: schakelen in de bochten,” waarschuwt Ralf Jaspers, die zich als instructeur opwerpt en daarmee de psyche van een bloednerveuze journalist moet bespelen. Aan het begin van tweede rondje zet de BMW die woorden kracht bij door op drempel van de Tarzanbocht bij de tik terug naar het derde verzet even kort met zijn staart te kwispelen. Kennelijk stonden de wielen net iets ingedraaid. De eerste 4,26 kilometers zitten erop en we hebben wonder boven wonder nog geen brokken gemaakt, terwijl de Compact op de in de ochtend nog griezelig gladde baan toch meermaals tevergeefs naar grip zoekt.

Sturen met het gas
Alles, maar dan ook alles perst de 318ti uit zijn vier cilinders, beademd door zestienkleppen en daarmee nooit amechtig. Het gaat niet loeisnel, maar je kunt er wel lekker de vaart in houden zodra het asfaltlint zich begint te krommen, want het weggedrag getuigt van een voorliefde voor bochten. Even de bijzonder daadkrachtige remmen aantikken en hup, met één vloeiende boog door de bovenetage van de Hugenholtz heen. Moeiteloos speert de BMW over de Hunzerug en door de Slotemaker, om zich eens lekker schrap te zetten voor het Scheivlak. Nou, daar mag hij de volgende ronde een héél stuk harder doorheen, want hij wiebelt amper. Een kolfje naar de hand van deze auto is de Hans Ernstbocht, waar hij de naam Compact alle eer aandoet en met een paar eenvoudige stuurbewegingen doorheen wipt, bijna alsof je op de kartbaan zit. Hij volgt zo gewillig en neutraal je commando’s op, dat je je op bepaalde momenten in een E30 waant, de onvolprezene. Welnu, die ervaring berust niet op toeval, want daar leent hij zijn achteras van, in tegenstelling tot een normale E36. Wat een lekker ding, die 318ti. Ouderwets sturen met het gas, die kont voelen opkomen en hem dan met een kleine correctie weer moeiteloos in het gareel brengen. Helaas gooit code 60 langdurig roet in het eten, maar de ervaring is uitgebreid genoeg om verslaafd te raken. Shit, weer een hobby erbij.

Gehoord in de pitbox
Het lijdt geen twijfel dat de BMW Compact Cup er weer een aantal potentiële nieuwe deelnemers bij heeft. In de pitbox kon je tijdens de Meerijdag al geluiden opvangen die duidden op concrete plannen om toe te treden, zeker na de belevenissen aan boord tijdens de hotlaps. Zelfs mannen met race-ervaringen in andere klassen uitten hun verbazing over de capaciteiten van de 318ti’s, met name nadat in de middag de grip met sprongen toenam en het tempo op de baan flink steeg. Enkele reacties die we mochten optekenen:

“Jezus, wat gaat dat ding strak door de bocht! En wat remt die gast laat. Ik dacht steeds: ‘Nu halen we het echt niet meer’, maar toch wel!”

“Wat is dit gaaf, dit had ik qua gevoel en sensatie niet verwacht!”

“Je voelt de auto soms een beetje glijden, maar hij laat zich corrigeren terwijl het gas er vol op blijft. Niet normaal hoe hard het gaat, terwijl de BMW zo tot leven komt!”

“Dit had ik niet verwacht. Het ging véél harder dat ik me had voorgesteld!”

Bij niemand, echt níemand viel ook maar enige vorm van teleurstelling te bespeuren. Als dit een voorbode is van concrete nieuwe aanwas voor de BMW Compact Cup, zou het gemiddelde deelnemer tal in 2023 weleens de dertig kunnen overstijgen. []

Meer informatie: www.dnrt.nl / www.bmwcompactcup.nl

Wil jij ons magazine ook lezen? Meld je dan aan via “bestellen” op onze website: www.start84.nl