De rode draad die door twee brute Fords Capri RS, een Mercedes-Benz 190 Evo II en een BMW E36 325i heen loopt? Ze horen thuis in het St. Paul Raceteam, de gezamenlijke uitlaatklep van een bloedfanatieke familie auto(sport)gekken die alle petrolheads om zich heen willen trakteren op een verrukkelijk stukje rollend erfgoed. De banden zijn warm… en de remmen ook, soms tot koken toe.

Nog voor er iemand ook maar een meter gereden heeft voert het Nederlands-Belgische St. Paul Raceteam uit Hulst en Lokeren een show van jewelste op. Niet aan de meet, maar op de paddock, waar de service aan de vier historische race-iconen wordt omringd door monumentale vrachtwagens die geschiedenis schrijven. “Een Kenworth, een Peterbilt, een Mack en – van Nederlands fabricaat – een FTF,” vertelt Tim Kuijl. “Eigenlijk zijn we hartstikke gek. Maken we onszelf doodmoe tijdens zo’n weekend racen, stappen we daarna in van die oude vehikels om naar huis te rijden. Zonder stuurbekrachtiging, luchtvering, airco en met een kachel die half werkt. We moeten zelfs oppassen waar we ons begeven, want met vrachtwagens die onder de Euro I- of zelfs Euro 0-norm vallen zijn we op veel plaatsen niet meer welkom.” Wél echter bij de Belcar Historic Cup. Niet alleen omdat St. Paul Raceteam deze Belgische competitie met klapstukken uit de autosportgeschiedenis sponsort, maar ook omdat het publiek ervan smult. “Een tijdje geleden op Spa-Francorchamps stormde een peloton Engelse deelnemers als gekken op ons af. ‘Hoe mooi is dit?!” riepen ze uit. Natuurlijk racen we voor onszelf, maar we willen vooral ook de liefhebbers van rollend erfgoed een groot plezier doen.” Dat gaat in september 2023 ook in Nederland gebeuren, tijdens de Classic GP Assen.

Geen genade
Dat lijkt meer dan behoorlijk te lukken met een vloot Duitse kanonnen die verwikkeld zijn in een vorm van legale oorlogvoering. Zelfs Jesse Klaver en Femke Halsema zouden kippenvel krijgen wanneer Dieter Kuijl in zijn Ford Capri RS2600 Weslake over de omloop buldert en zoon Wim er in zijn RS3100 GAA nog een schepje bovenop doet. Trouwens, broer Tim met zijn BMW E36 325i in Warsteiner-livery en Samuel Verheggen als ‘Boss’ in een Mercedes-Benz 190 E 2.5-16 Evolution II laten zich ook niet onbetuigd. Legendarisch materiaal, dat herinnert aan een tijd waarin racen met puur mechanische machines het domein vormde van onverschrokken helden die geen enkele genade met elkaar kenden. “Als je geen schade reed, was je geen goede coureur,” stelt Verheggen, schoonzoon van Dieter Kuijl en zwager van de broers Tim en Wim. Hij doelt er vooral mee op het DTM-tijdperk, waarin vooral Mercedes-Benz en BMW elkaar in een strijd op leven en dood de schrik in de benen joegen. Ze schreven geschiedenis, ruim een jaar of vijftien nadat Capri’s uit de Ford-stal zich schreeuwend deden gelden op de circuits, hoekig en dik verpakt als RS2600 of RS3100. Mooi van lelijkheid en inmiddels op de werelderfgoedlijst van UNESCO beschreven als historisch rollend erfgoed, te behouden voor de toekomst. Dat draagt deze racefamilie een warm hart toe.

Klinkende resultaten
St. Paul Raceteam, die naam vraagt om een verklaring. “Vernoemd naar onze kaasfabriek, veertig jaar geleden opgericht door mijn pa in het plaatsje Sint-Pauwels, voordat hij de zaak naar Lokeren verhuisde,” licht Wim Kuijl toe. Vader Dieter knikt bevestigend. “Ik wilde eigenlijk de automotive in, daar lag mijn hart. Nou, geen sprake van, wat mijn ouders betreft.” Gelukkig kwam het via een omweg toch nog goed, op hobbyniveau. “Klassieke voertuigen restaureren en uiteindelijk racen, aangestoken door een vriend die mij in 2017 uitdaagde om met vier man de 24 Uur van Zolder te gaan rijden. Tsja, dan raak je meteen heel diep geëngageerd. ‘Jongens,’ zei ik tegen mijn zonen en schoonzoon. ‘Behaal je licentie en zoek ieder een geschikte auto, dan stappen we in de Belcar Historic Cup.’ Er zat een plan achter: het eerste jaar meerijden, het tweede jaar het materiaal optimaliseren en het derde jaar scoren. 2020 viel er tussenuit wegens corona, maar in de andere seizoenen hebben we steeds op volle sterkte geracet.” Met klinkende resultaten inmiddels. Waar Samuel Verheggen moest opboksen tegen verreweg de grootste delegatie aan tegenstanders en het voorbije jaar als tiende in Klasse 3D afsloot, daar bleken titels weggelegd voor Dieter Kuijl in Klasse 1E, Wim Kuijl in Klasse 2E en Tim Kuijl in Klasse 4D, waarmee laatstgenoemde zich voor de vierde maal op rij kampioen kroonde.

Zes keer pompen
Als je weet dat St. Paul Raceteam op familiebanden gestoeld is, wekt het geen verbazing dat de motivatie om twee Capri’s in te zetten direct bij de stamboom vandaan komt. “Mijn opa reed in Mercedessen,” vertelt Wim Kuijl. “Van die saaie gezinswagens, totdat hij voor een Ford Capri koos. Hier op de zaak staat nog altijd de melkbus die in de kofferbak de botsenergie opving toen er een aanrijding van achteren plaatsvond. De racewagens van mijn vader en mij zijn opgebouwd door een Engels bedrijf dat de volledige boedel van het vroegere Weslake-team heeft opgekocht, inclusief alle technische tekeningen.” Wim Kuijl vat de omgangsvormen van de twee vervaarlijk uitziende Fords kort en krachtig samen: “Elke andere auto rijdt beter op het circuit. ‘Ein Scheissewagen,’ zei een voormalig Capri-coureur Hans Heyer een keer tegen ons. Het ding stuurt zwaar en gedraagt zich zenuwachtig, maar als hij eenmaal plakt in de bochten, kun je er bizarre dingen mee doen. Oké, in de regen leggen we het af tegen de concurrentie, maar op een droge baan ben ik een keer gestart op plek 33 en zo naar de eerste plaats gereden.” Wim Kuijl groeide door van een RS2600 naar een RS3100, maar de 460 pk sterke Capri verslikte zich in de vertraging aan het eind van de rechte stukken. “Reglementair moest hij honderd kilogram meer wegen en dat trokken de remmen niet. In het laatste rondje moest ik voor elke bocht zes keer pompen… en ik werd nog tweede ook.”

9000 toeren
Van de jaren zeventig schakelen we naar de jaren negentig, waarin de BMW E36 325i van Tim Kuijl het levenslicht zag. “Het team probeert me richting een E30 te pushen, maar dit opvolgende model trekt mij meer, ook al heeft het buiten het BTCC in Engeland niet zo gek veel in de internationale autosport betekend.” De strak opgebouwde coupé blijkt het product van voortdurende verbeteringsslagen. “Ik kocht hem ooit voor onze tweede circuitdag van de opleiding IVA, nadat tijdens de eerste editie de Volkswagen Golf van mijn broer Wim en mijn Trabant 601 het einde van de dag niet eens haalden. Toen mij vader voorstelde om in de Belcar Historic Cup te gaan racen zat ik met een probleem, want er bestond geen klasse voor de E36. Laat er nou net in 2018 een categorie 1991-2000 in het leven geroepen worden.” Zwager Samuel Verheggen bouwde zijn replica van een Mercedes-Benz 190 E 2.5-16 Evolution II zelf, maar met de motor sneed hij zichzelf in de vingers. “Dat liep niet helemaal goed af, daarom lieten we er afgelopen seizoen maar een uit Duitsland komen. Ik heb niet een speciale voorliefde voor het merk, maar wel voor bijzondere auto’s als deze. E30’s M3 zie je volop. Iedereen grijpt naar zijn telefoon om foto’s van de 190 te maken en het wordt pas echt gaaf als je de motor met bijna 9000 toeren hoort loeien.”

Harde voorwaarde
Ook al dringt het rollende erfgoed zich naar de voorgrond bij St. Paul Raceteam, het moet zijn prominente plaats altijd delen met het familieleven. “We beleven de raceweekenden met zijn allen: oma, mams, wij als coureurs, vrouwen en kinderen,” vertelt Wim Kuijl. “Op volle sterkte gaan we met twintig mensen naar het circuit, waaronder zes monteurs en hulpkrachten. Het is een harde voorwaarde dat iedereen mee kan. Toen tijdens een evenement in coronatijd kinderen niet toegelaten werden op het circuit bliezen we onze deelname af. Kimberly, de vrouw van Tim, doet de catering.” Met een grijns: “Ze voorziet ons het hele weekend door van een voedzame bodem.” Het bloedverwantschap lijkt spontaan vergeten als de helmen op gaan. “Met de lampen uit is het ieder voor zich,” verzekert Samuel Verheggen. Tim Kuijl: “Vanaf een kwartier voor de wedstrijd moet je ons met rust laten. We gunnen elkaar geen centimeter ruimte, maar we zorgen er wel voor dat we geen brokken maken. In de paddock staan we voor iedereen klaar, ook voor andere deelnemers als ze bijvoorbeeld even in nood zitten en om een onderdeel of gereedschap komen vragen. Vooral de Engelsen vinden dat heel bijzonder, maar wij kijken er heel simpel tegenaan: als je concurrenten uitvallen, hebben we geen race. Samen willen we met dit rollende erfgoed het publiek en onszelf vermaken.”

Meer informatie: www.st-paulraceteam.com

Wil jij ons magazine ook lezen? Meld je dan aan via “bestellen” op onze website: www.start84.nl