Hij greep net naast het Nederlandse kampioenschap in Rosmalen, maar Mervin Klaassen klaagt beslist niet over het verloop van zijn seizoen 2022. Dit jaar gaat hij verder waar hij gebleven is: strijden voor de titel in zowel het NK Autocross als Autocross Masters.

Overal waar je afgelopen jaar keek streed de blauw-groene buggy vooraan mee. Zowel bij Autocross Masters als het NK Autocross ontpopte Mervin Klaassen zich tot een serieuze uitdager voor de prijzen. Succes kon dan ook niet uitblijven. “Bij de Masters werd ik kampioen in Klasse 10, bij het NK greep ik er net naast.” Dichtbij, maar toch ver weg. Zo omschrijf je het verhaal van Klaassen tijdens de NK-finale in Rosmalen het beste. Hij arriveerde in Brabant met de kennis dat een buiteling twee weekenden eerder hem wat terrein had gekost ten opzichte van belager Bastiaan Hoogeboom. “In Gendringen kwam ik in touché met Michel Schoenmakers en vervolgens raakte ik een achterblijver, waardoor ik mijn voorwielophanging beschadigde. Daarna reed ik eigenlijk iets te overmoedig door. Nou, toen sloeg ik toch mooi over de kop. Omdat de voorwielophanging niet meer functioneerde groef de auto zich in de grond bij het ingaan van een bocht. Dat werd een crash. Ik mankeerde gelukkig niets, maar de buggy lag aan diggelen. Dat was wel code rood. Met heel veel inspanning slaagden het team en ik erin om een auto klaar te maken voor de volgende wedstrijd.”

Loterij
Klaassen legde de schuld voor het koprollen in Gelderland bij zichzelf. Eigenlijk reed hij na het oplopen van de schade iets te hard door. “Zo steek ik ook een klein beetje in elkaar,” zegt hij. “Je probeert er na zo’n touché nog het beste van te maken, maar soms moet je het dan wat rustiger aan doen.” In het Friese Ferwoude wist Klaassen de schade iets te compenseren, waarna hij in Rosmalen op slechts zes punten achterstand van Hoogeboom aan de start verscheen. “De manches verliepen eigenlijk vrij goed. Als ik het goed had begrepen ging ik als kampioenschapsleider de finale in. Het weer sloeg om en daarmee werd het een soort loterij. Bastiaan maakt wel grotere fouten dan ik, maar ik schoof een plekje naar achteren en eindigde als zesde. Omdat dat niet als mijn slechtste resultaat van het seizoen telde, kon het niet worden geschrapt. Tsja, zo greep ik naast de titel.”

Net tekort
Vier punten bleek uiteindelijk het verschil tussen kampioen Hoogeboom en nummer twee Klaassen. Hij bleef zelf nuchter onder het resultaat. “Ik doe nu zes jaar in het NK mee binnen de Sprint 2000-klasse en strijd al net zo lang om het podium, alleen lukt het elke keer niet om de titel te bemachtigen. Deze keer wilde ik het écht voor elkaar krijgen en daarom ging ik heel voorzichtig de finale in. Blijkbaar ben je dan te behoedzaam en kom je net tekort. Zoals gezegd ging ik door de gebeurtenissen in Gendringen met een achterstand het laatste weekend in. Ik liep voor de finale nog acht punten in en zo startte ik de finale met een voorsprong. Uiteindelijk verloor ik dan toch met een handjevol punten verschil. Dat is ergens ook wel weer mooi. Het zit dicht bij elkaar en je strijdt in ieder geval tot op het laatste moment.”

Stiktevreden
Terugkijkend overheerste tevredenheid bij Klaassen. “Als je dit spelletje zes jaar speelt en je draait al die tijd mee bij de eerste drie, dan is het in principe altijd wel redelijk constant. Dat laatste kleine stukje, daar komt zoveel geluk bij kijken. Ik zeg altijd maar: misschien heb ik wel zoveel mazzel in mijn leven dat dat laatste puzzelstukje niet op z’n plek valt. Ik prijs me al gelukkig dat ik dit überhaupt mag doen. Kijk, als je nou zes jaar lang alleen maar tiende wordt en dat ene jaar stoot je ineens door naar de topdrie, dan is het zuur dat je er net naast grijpt. We weten als team echter dat we constant sterk presteren en beseffen ons dat je in de top gewoon wat geluk moet hebben. Ik ben stiktevreden. We hebben wedstrijden gewonnen en wedstrijden verloren. Het blijft een teamsport en ons clubje was vorig jaar ook uitstekend op orde. Ik kan er eigenlijk niets slechts over zeggen.”

Gemotiveerd raken
Klaassen gaat door waar hij vorig jaar gebleven was. Hij nam toen deel aan beide grote landelijke kampioenschappen en dat verandert niet. “Ik waag in het NK sowieso nog een poging in de Sprint 2000-klasse. Vorig jaar riep ik het hele seizoen: ‘Dat ga ik niet meer doen’, maar we zijn erin geslaagd om de auto nog wat verder te verbeteren en ik heb ook flink aan mezelf gewerkt in de winter.” Het net mislopen van de titel speelde geen rol in die ommezwaai, verzekert hij. “Ik werk met een heel mooi team om me heen en daar zeggen ze: ‘Als we nou al echt zo lang dichtbij komen, dan lukt het toch wel een keer?’ Daar zit waarheid in, maar ik moet weer gemotiveerd raken. Er stromen bovendien nieuwe coureurs toe tot de Sprint 2000-klasse. Die raakt weer ietsje voller en dat geeft mij ook een boost om er weer vol voor te gaan.” Daarbij blijft het niet. Klaassen wil van stilzitten absoluut niets weten en racet zoveel hij kan. “Ik rijd de volledige Masters in Klasse 8 en Klasse 9. In Klasse 10 ben ik natuurlijk kampioen geworden, dus ik stroom door. Ik ga het met de Buggy 1600 en de Buggy 2000 proberen. Daarnaast bouwen we voor het NK een Sprint 1600-wagen en daarin kruip ik ook zelf achter het stuur. Niet voor het volledige seizoen, maar ik hoop toch zeker wel een paar races mee te pakken. Ik ben altijd wel iemand die gekke, aparte dingen bouwt en laat bouwen. In die auto zit absoluut potentie. De tweeliter, daarmee is alles nu dik voor elkaar. Dat kampioenschap ligt ligt nu volledig in mijn handen.”

Een makkie
Alsof het allemaal nog niet druk genoeg was maakte Klaassen vorig jaar een uitstapje naar de Sim-Lab SLK Cup. Ineens stond de autocrosser voor een handjevol races aan de start bij de DNRT. “Ik heb een chaletbouwbedrijf en mijn compagnon en goede vriend Hans van den Berg rijdt met regelmaat bij de Mercedessen,” licht Klaassen toe. “Dus ik zei: ‘Da’s een makkie. Dat kan ik zelf ook.’ Enfin, ik schafte zo’n auto aan, prepareerde hem en ging ermee racen, maar het bleek echt een totaal andere tak van sport. Zo’n weekend op het circuit, daar ben ik veel te driftig voor. Circuitrijden voelt voor mij als een stukje ontspanning, ritme houden en een beetje aan de gang blijven.” Toch krijgt het verhaal een vervolg, zij het in beperkte vorm. “Ik pak het graag beet, maar er komt slechts één wedstrijd buiten de autocrosskalenders uit. Die rijd ik dan wel, maar de rest valt allemaal samen het NK of met de Masters. Dan kies ik natuurlijk voor autocross. Er staan wel acht trainingsdagen gepland en daar ben ik telkens van de partij. Om te oefenen en focus op te bouwen.”

Tekst: Davey Euwema
Foto’s: Michelle Reints

Wil jij ons magazine ook lezen? Meld je dan aan via “bestellen” op onze website: www.start84.nl