Max Braams wil V-Max Events veel breder trekken: “Nationaal autosportplatform moet terugkeren”

Het nieuws dat Max Braams de sportieve activiteiten van VRM continueert, verspreidde zich als een lopend vuurtje door de Nederlandse racescene. Zijn ambities reiken echter veel verder dan alleen dat. “Willen we de toekomst van de autorensport in ons land veiligstellen, dan moeten we weer een nationaal platform creëren, in de geest van het Dutch Power Pack vroeger. Ik ga dat niet in mijn eentje doen, maar de samenwerking opzoeken.”

De positieve energie spat er nog altijd vanaf, terwijl Max Braams toch een aantal fikse tegenslagen voor de kiezen heeft gekregen. We denken maar even aan de slepende ziekte bij zijn beide ouders en het overlijden van zijn vader Luc in mei 2024. Visie, veerkracht en sterke schouders, die eigenschappen kenmerken de 32-jarige ondernemer, plus de typisch Rotterdamse mentaliteit van ‘niet lullen, maar poetsen’. Dat bleek al vroeg, toen hij als jonge twintiger met zes jaar race-ervaring in klassen als de Suzuki Swift Cup, de Renault Clio Cup en de Mégane Trophy in het diepe sprong en bij wijze van schoolproject de GT4 European Series ging runnen, met rugdekking van het thuisfront en een aantal teams. “We hadden vanuit Nederland een clubje met tien, twaalf auto’s en daar kwam nog eens een dozijn bij dankzij een samenwerking met een Italiaanse partij. Na twee seizoenen wilde de SRO zelf de draad weer oppakken, maar bleef ik aan als organisator. Er wordt vaak gezegd dat je op je hoogtepunt moet stoppen en voor mij was dat moment eind 2018, na volle grids in onder meer Zolder, Spa-Francorchamps en Zandvoort, met als afsluiter de GT4 World Final in Bahrein. Een supergaaf evenement en een mooie afsluiting van een periode van vijf jaar.”

Niet automatisch opzet
Onverwacht nam de carrière van Max Braams een heel andere wending. “Kort na die wedstrijd in Bahrein kreeg mijn vader te horen dat hij alvleesklierkanker had en sprak hij zijn wens uit dat ik aan het roer van zijn scheepvaartbedrijf Burando zou komen te staan. Ik vond zelf ook dat ik maar eens écht moest gaan werken, al liet de autosport me niet helemaal los en volgde ik vanaf 2019 een tweejarig opleidingstraject tot wedstrijdleider. Het betekende dat ik meeliep met in eerste instantie Jeroen Frieman en later Bobbe Veldkamp en Martin van de Pavert. Wat ik daar het meest heb geleerd, is: ga niet automatisch uit van opzet bij een verkeerde actie van een rijder. Een fout heet niet voor niets een fout. Vaak lost overleg meer op dan alleen een tijdstraf uitdelen; het verkleint de kans op herhaling. Misschien spelen er wel randzaken mee. Neem als voorbeeld dat iemand te hard door de pitstraat rijdt. Gebeurde dat wellicht per ongeluk, doordat hij moest uitwijken? Stond er wel duidelijk een bord met de snelheidslimiet? Klopte de configuratie van de tijdwaarneming? Houd de conversatie open en probeer er samen uit te komen. Het hoeft niet per se aan de coureur te liggen en dingen zijn niet altijd zo zwart-wit.”

European GT 4 Series Driver Portrait. Photo: Chris Schotanus

Ideale wedstrijdleider
Met zelf een voorgeschiedenis als rijder en organisator kon Braams de dingen in een breder perspectief zien, toen hij actief werd als wedstrijdleider bij de BMW M2 CS Cup van VRM (2022-2023) en vervolgens de Porsche Carrera Cup Benelux en de Masters Historic Racing (beide 2024-2025). “Daar liggen in mijn optiek ook precies de verbeterpunten voor de opleiding. Samen met de KNAF wil ik daarnaar kijken, met als doel de kwaliteit te verhogen. De ideale wedstrijdleider heeft tenminste een klein beetje race- en organisatorische ervaring en kan zich daardoor goed verplaatsen in de andere kant van het verhaal. Natuurlijk is het lastig om daarvoor budget te creëren, maar niet onmogelijk. De Nederlandse autosport telt een stuk of twintig mensen die deze opleiding hebben afgerond, maar dan praat je ook over de assistenten en degenen die afvlaggen. Als ik het zo inschat, moet er gemiddeld eens in de drie jaar een nieuwe wedstrijdleider bijkomen. Laat ik daarbij benadrukken dat de opleiding nooit de garantie mag geven dat je die functie kunt gaan beoefenen. Je dient wel over de juiste competenties te beschikken.”

Vacuüm
Na het overlijden van vader Luc besloot Max Braams Burando vaarwel te zeggen. “Acht­honderd man personeel, tachtig binnenvaartschepen, vijf zeetankers en meerdere aandeelhouders, dat leverde een behoorlijke verantwoordelijkheid en een complexe situatie op,” verklaart hij. Alsof het zo had moeten zijn, kwam daarmee ruimte in de agenda vrij om uiteindelijk toch weer de autosportliefde te laten zegevieren. “Af en toe sprak ik Dick van Elk over de toekomst van de Supercar Challenge en de aanverwante series. Tijdens Jack’s Racing Day 2025, waar V-Max zijn 25-jarig jubileum vierde, werd dat concreter. Dick zocht al een hele poos naar een opvolger, want hij vond het op zijn 68e onderhand welletjes geweest. In zijn ogen moesten de raceklassen niet stoppen, want dat zou een behoorlijk vacuüm creëren. Er zijn teams van afhankelijk en vrijwilligers bij betrokken, bovendien houd je dan vrijwel alleen de breedtesport nog over, afgezien van enkel de Porsche Carrera Cup Benelux. In eerste instantie zag ik mezelf niet als de beoogde opvolger, ondanks mijn ervaring op het gebied van wedstrijdleiding en organisatie. Toen het al eerder ter sprake kwam, liet ik het steeds in het midden.”

Autosportladder
Het verantwoordelijkheidsgevoel van Dick van Elk voor de nationale autosport kreeg vat op Max Braams en de geruststelling van een ervaren backoffice deed de rest. “Renata Aartsen en Rik Heesters verrichten samen met een club van circa dertig vrijwilligers zoveel uitvoerend werk. Kan ik me, net als Dick van Elk, vooral concentreren op relatiebeheer, het uitzetten van de lijnen en de strategie. Ik heb er goed over nagedacht hoe ik dit verhaal wil gaan inkleuren en een visie voor mezelf uitgestippeld. Het belangrijkst vind ik de terugkeer van een nationaal platform voor de racerij, zoals het voormalige Dutch Power Pack. Centraal daarin staat het bouwen van een autosportladder, die jong talent aantrekt en de kans geeft om door te groeien vanuit een instapklasse naar bijvoorbeeld de Mazda MX-5 Cup, de BMW Racing Cup met de M240i’s van Dayvtec, de Porsche Sprint Challenge Benelux, de Porsche Carrera Cup Benelux, de Supercar Challenge of iets internationaals.”

Krachten bundelen
Met een helikopterview keek Braams in de afgelopen paar maanden naar het Nederlandse racelandschap. “Als je erover nadenkt, hebben we best veel interessante klassen met veel potentie. Het is alleen versplinterd, gedecentraliseerd, want iedere organisator doet zijn eigen ding. Dat moeten we bij elkaar zien te krijgen in een platform, daarom ga ik me sterk maken voor samenwerking. Ik hoef niet alles te organiseren, ik wil het faciliteren en meedenken over promotie via de media in de breedste zin des woords, waarbij er in ieder geval live-televisieregistratie moet komen. Laten we met de promotors van de diverse series de krachten bundelen, dan kan iedereen datgene blijven doen waarin hij goed is. In de tijd van Dutch Power Pack lag alles bij Circuit Zandvoort. Dat exploiteerde de baan, organiseerde de competities en regelde de promotie eromheen. Voor één partij is dat gewoon te veel, daarom wil ik zo’n platform veel breder trekken, met actieve inbreng van ervaren spelers die bewezen hebben iets goeds te kunnen neerzetten. Het belangrijkste hoofdstuk binnen het verhaal wordt jonge talenten binnenhalen en hen mooie perspectieven bieden. In een samenwerkingsverband krijgen we dat vast en zeker voor elkaar. Ongetwijfeld helpt het dat ik de meeste organisatoren en andere betrokkenen al ken uit mijn tijd als wedstrijdleider.”

Meer informatie: www.supercarchallenge.nl

Tekst: Aart van der Haagen
Foto’s: Carlo Senten, NOC*NSF, PR

Wil jij ons magazine ook lezen? Meld je dan aan via “bestellen” op onze website: www.start84.nl