Mooier kon zijn seizoen niet beginnen: in de eerste race van de Lamborghini Super Trofeo Europe op Monza kwam de Lamborgini Huracán van Kelvin Snoeks en zijn teamgenoot Shota Abkhazava als snelste auto in de Pro-Am-klasse over de streep. In race 2 eindigde het duo als vierde, maar doordat de auto die als derde over de finish kwam een tijdstraf kreeg, werden Snoeks en Abkhazava derde. Een goede uitgangspositie voor het kampioenschap.

 

 

Dat Snoeks dit jaar weer zou gaan racen, was een verrassing voor de Hoofddorper. “Het kwam redelijk onverwachts”, vertelt hij, “ik had er al rekening mee gehouden dat ik dit jaar niet zou racen, na een slecht seizoen in de ADAC GT Masters.” Lamborghini had geen plaats voor Snoeks in een GT3-auto, maar de Lamborghini Super Trofeo Europe bleek wel een optie. Snoeks werd in contact gebracht met het Russische team ArtLine, dat een goede Pro-teamgenoot zocht voor de Georgische gentleman driver Shota Abkhazava.

Het kampioenschap waarin ieder team met dezelfde Lamborghini’s rijdt, onderverdeeld in drie klassen (Pro, Pro-Am, Am), gaat nu zijn achtste jaar in, met ruim 35 Huracán LP620-2 Super Trofeo’s. Het verschil met de Huracán GT3 waarin Snoeks vorig jaar reed, is dat de Super Trofeo-auto een omgebouwde straatauto is, terwijl de GT3 als raceauto uit de fabriek komt. “Toch zijn het serieuze auto’s. De GT3 heeft meer downforce, maar daar merk je op Monza niet veel van”, legt Snoeks uit. “Omdat de Super Trofeo meer vermogen heeft, ging die op Monza gewoon harder dan de GT3.” Vergelijken was goed mogelijk omdat de Super Trofeo afgelopen weekend in het voorprogramma reed van de Blancpain GT Endurance Cup, het belangrijkste Europese kampioenschap voor GT3-auto’s.

 

Snoeks had meteen zin in het seizoen. “ArtLine is een sterk team, ook in de Formule 3 actief. Voorafgaand aan het weekend heb ik nog kunnen testen op Monza, dus we gingen er goed voorbereid heen.” Snoeks’ weekend begon met een succesvolle eerste vrije training op vrijdag. “Mijn teamgenoot begon de sessie, want die had nog weinig gereden. Ik ging de laatste 20 minuten naar buiten en was echt gelijk snel.”

Op zaterdagochtend vond de eerste kwalificatie plaats. “Door een slechte timing en een rodevlagsituatie was het lastig om tussen de gentlemen drivers een vrije ronde te vinden. Daardoor zat mijn sessie er alweer op zonder dat ik het maximale eruit had gehaald. Een leerpunt voor de volgende keer: niet meer wachten, meteen knallen!”

Snoeks moest de race als 12e beginnen, maar daardoor liet hij zich niet uit het veld slaan. Sterker nog, hij reed een voortreffelijke race. “Bij de start had ik al drie auto’s te pakken en tijdens de race nog eens twee. Het was even vechten met de auto van mijn teamgenoot, maar ik kwam als zesde algemeen en eerste in Pro-Am naar binnen om het stuur over te geven aan mijn teamgenoot. Die heeft het netjes kunnen afmaken door de rest gewoon af te houden. De top-vier in de Pro-Am-klasse kroop nog wel heel dicht op elkaar, maar hij hield het hoofd koel: achtste algemeen, eerste in de klasse. Zo wonnen we meteen onze eerste race!”

Teamgenoot Abkhazava nam op zondag de kwalificatie voor zijn rekening en startte de tweede race. “Hij reed niet zo’n sterke stint als op zaterdag. Hij racete te veel als in zijn slotstint van zaterdag, zonder er rekening mee te houden dat hij nu met een volle tank reed.” Daardoor kreeg Snoeks de auto overhandigd op de 18e plaats. De Nederlander maakte er nog een 10e plaats van, wat deze keer gelijk stond aan een derde plaats in de Pro-Am-klasse, na de tijdstraf van zijn voorligger.

 

Snoeks ziet de rest van het seizoen positief in. “Als we goed kunnen kwalificeren, dan gaan we zeker knallen. Mijn teamgenoot doet het echt goed voor een amateur. Het is een slimme man, die ook heeft gewerkt als engineer. Dus hij snapt hoe de auto werkt, wat erg belangrijk is.”

De volgende races van de Lamborghini Super Trofeo Europe vinden opnieuw plaats in het voorprogramma van de Blancpain GT Endurance Cup, nu op Silverstone op 13 en 14 mei.