Precies 40 jaar geleden, op 1 februari 1977, startte Johan Pfeiffer zijn bedrijf Eurol. Onder zijn leiding groeide Eurol uit tot een groot internationaal oliemerk, inmiddels wereldwijd verkrijgbaar in 75 landen.
Johan Pfeiffer blikt terug op 40 bijzondere jaren. Jaren waarin hij het oliemerk uitbouwde, de producten zelf ging blenden om de kwaliteit en levertijden te waarborgen. De productrange groeide uit naar een totaalassortiment smeermiddelen, technische vloeistoffen, reinigings- en onderhoudsproducten.
Dienstbaar
“Eén ding is in die 40 jaar tijd onveranderd gebleven, namelijk de dienstbaarheid richting de klant, vertelt Johan Pfeiffer. “Het is belangrijk om altijd meerwaarde te creëren voor de klant. De markt is continu in beweging, daarom is het voor een klant prettig om te weten dat Eurol in alles meedenkt.” Zoon Martijn Pfeiffer sluit zich daarbij aan. Hij nam twee jaar geleden de dagelijkse leiding van het bedrijf over. Ondanks de internationale expansie is Eurol een Nederlands familiebedrijf gebleven, met een duidelijk Twentse afkomst. Martijn Pfeiffer: “Onze medewerkers zetten zich elke dag in om klantverwachtingen te overtreffen. Ondernemerschap, kwaliteitsbewustzijn en een gezonde ambitie zijn voor ons belangrijke succesfactoren.”
Jubileumlogo
Eurol laat het 40-jarig bestaan niet onopgemerkt. Er is een speciaal jubileumlogo ontwikkeld dat het hele jaar door op beurzen, website, campagnes en social media zichtbaar wordt. Verder komt er een jubileumcampagne met diverse activiteiten voor medewerkers, klanten en ‘Eurol fans’.
Toekomst
Martijn Pfeiffer over de toekomst van Eurol: “We staan aan het begin van een nieuwe fase in ons bestaan. We gaan voor groei, maar wel in combinatie met een toenemend bewustzijn voor duurzaamheid. In 2017 beginnen we met de nieuwbouw in Almelo. Maatschappelijk verantwoord ondernemen neemt daarbij een belangrijke rol in door onder meer de keuze voor duurzame bouwmaterialen en transport van goederen over water.”
Behoefte aan hoogwaardige smeermiddelen
“Verder ontwikkelen we smeermiddelen die bijdragen aan een lagere CO2-uitstoot, brandstofbesparing, een langere levensduur van machines en minder olieverbruik”, vervolgt Martijn. “Neem bijvoorbeeld de verschuiving naar elektrische en- of waterstof aangedreven voertuigen. Als er meer elektrische auto’s komen, zal de vraag naar motorolie logischerwijs op termijn verminderen. Maar alles wat beweegt moet gesmeerd worden, dit geldt voor zowel voertuigen als machines. Uiteindelijk zal er altijd behoefte zijn aan hoogwaardige smeermiddelen.”
