Met drie races op het circuit van Motorland Aragón in Spanje werd ook voor de Nederlandse coureur Tom Coronel het seizoen in de FIA WTCR – World Touring Car Cup afgesloten. Voor Coronel, uitkomend met de Audi RS 3 LMS van het Belgische Comtoyou DHL Team Audi Sport, was het laatste raceweekeinde van dit jaar een bijzonder evenement, want de derde wedstrijd was tevens zijn 500e toerwagenrace. Als geheel kijkt Coronel tevreden terug op het seizoen: “Ik ben er blij mee!”

Het weekeinde begon voor Coronel niet optimaal, want in de eerste vrije training brak er een aandrijfas, waardoor hij slechts zes ronden op het 5,397 kilometer lange circuit kon afleggen. “Dat was echt serieus balen, want daardoor mis je gewoon heel veel ‘track time’, zeker omdat het al vrij vroeg in de sessie van 45 minuten gebeurde”, legde Coronel uit. “In de tweede vrije training waren er full-course yellows, een rode vlag, alleen maar ellende, waardoor ik volgens mij maar twee echt snelle rondes gereden heb voordat ik de kwalificatie in ging. Ik durf dan ook echt te zeggen dat ik nog helemaal niet klaar was voor de kwalificatie. Uiteindelijk kwalificeerde ik me als 13e, net één plaats tekort om door te mogen naar Q2, dus ook dat was gewoon niet goed. De kwalificatie is gewoon 80 procent van de race, maar ja, als je de rijtijd niet hebt, dan is het ronduit lastig.”

 

 

De eerste race van het weekeinde werd op de vroege zondagochtend op een nog natte baan verreden. Coronel koos voor vier slicks, racebanden zonder profiel. “Het duurde echter toch wat langer voordat het warm genoeg werd om de baan op te laten drogen”, stelde hij vast. “Daarmee zaten de coureurs die vier slicks hadden er net niet goed genoeg bij, in tegenstelling tot degenen die hadden gekozen voor de ‘Coronel-combinatie’ van regenbanden achter en slicks voor, maar daar hoorde ik dit keer dus niet bij. Uiteindelijk werd ik twaalfde, mooie gevechten gehad met Yvan Muller, Thed Björk… Het was veel glibberen en glijden, maar wel gefinisht en punten gepakt.”

 

In de tweede wedstrijd kwam Coronel niet goed weg, wat een opmaat was voor een lastige race. “Echt een slechte start”, erkende hij. “Zo kwam ik helemaal achterin het veld terecht en dan loop je achter de feiten aan. Ik kwam in het gedrang terecht met Engstler en Monteiro, waarbij ik een lekke band opliep. Daardoor moest ik de pits in, nieuwe band gehaald en toen weer de baan op. Ik kwam terug de baan op achter Yvan Muller, die uiteindelijk de race won, terwijl ik drie ronden lang probleemloos op zijn bumper kon blijven. Dat laat maar zien dat de snelheid er zeker wel was, maar dat leidde dus helaas niet tot een goed resultaat: ik werd 15e met een ronde achterstand.”

 

In de derde race had Coronel wel een redelijke start, maar vervolgens opnieuw pech: “Ik zat achter Gabriele Tarquini, maar die viel in de tweede bocht opeens stil, terwijl ik er direct achter reed. Ik kon nergens naartoe! Daardoor bleef ik achter het groepje rijden, kon niet echt aanvallen en inhalen. Heel even met Tarquini gestreden, maar meer dan de 16e plaats zat er helaas niet in.”

Coronel ziet met name de kwalificatie als oorzaak voor zijn matige resultaten van dit weekeinde, maar blikt wel positief terug op het seizoen als geheel: “Zeker als je drie races per weekeinde hebt, weegt dat meteen heel zwaar: als het in de kwalificatie niet goed gaat, doe je in een keer in drie races niet meer mee. Het seizoen als geheel was natuurlijk wel heel goed: podiumplaatsen behaald en natuurlijk de overwinning op de Slovakia Ring. Ook op de Nürburgring en in Zolder gingen we goed, halverwege het seizoen stonden we zelfs een tijdlang tweede in de WK-stand. Jammer dat we de laatste evenementen wat technische problemen hadden, maar al met al heb ik gewoon een goed seizoen gehad, waarmee ik heel blij ben!”