Een tweede plek in Jerez betekende voor autocoureur Tijmen van der Helm uit Den Hoorn zondag zijn tiende podiumplaats in drieëntwintig races in een Formule 4-auto. De vijftienjarige TeamNL-rijder uit Den Hoorn kende zodoende een klinkende hervatting van het Spaanse F4-kampioenschap na een zomerstop van dik twee maanden. Hij bewees daarmee eens te meer een belofte voor de toekomst te zijn.

Tijmen stelde na afloop dat er misschien nog wel meer in had gezeten, ware het niet dat hij een paar foutjes had gemaakt. Daardoor had het talent van MP Motorsport in de kwalificatie er niet helemaal uitgehaald wat erin zat en moest hij zich in race twee en drie tevredenstellen met de respectievelijk vierde en zevende plaats.

“Het gaat goed, maar het kan nog beter”, zei Tijmen, die in het karten vele prijzen won, waaronder de Rotax Max Grand Finals en het Nederlands kampioenschap Rotax Max. “Ik wil gewoon flinke stappen maken.” Dat het zijn debuutseizoen in de autosport is, en het daarom als een leerjaar mag worden beschouwd, daar wilde Tijmen niet van weten. “Ik zie het niet als leerjaar, maar als racejaar. Zo zie ik elk jaar.”

Het weekeinde op het circuit in Zuid-Spanje begon wat stroef. “We hadden de snelheid niet, de motor liep in de trainingen niet helemaal zoals we wilden. Voor de kwalificatie hebben we er wat aan gedaan. Toen hadden we de goede snelheid om voorin te kunnen meedoen.”

De eerste kwalificatie van het weekeinde begon op een opdrogende baan. Dat betekende dat de snelle tijden in de slotfase van de sessie mochten worden verwacht. Daarin toonde Tijmen met paarse sectortijden erg snel te zijn. Helaas maakte hij een stuurfout waardoor hij een halve seconde verloor. Omdat de twee snelste ronden tellen voor de startopstelling van de eerste twee races, kwalificeerde hij zich respectievelijk als derde en vijfde.

In race één rukte hij al in de openingsfase op naar de tweede plaats. In het vervolg was hij de snelste man op de baan en reed hij het gat naar zijn leidende teamgenoot Glenn van Berlo grotendeels dicht. “Op het eind had ik net niet genoeg tijd om de aansluiting te maken, ook al was ik tegen het einde sneller. Dat was jammer. Wel mooi dat we samen vijftien seconden waren weggereden van de rest.”

In race twee als vijfde gestart viel Tijmen in de beginfase terug naar P7. De snelle Zuid-Hollander liet zich niet kennen en vocht zich op gebruikte banden binnen twee rondes terug naar plek vier. “Ik zat dicht achter de nummer drie, maar had daardoor veel last van onderstuur. Daardoor was het lastig om aan te vallen. Omdat ik een foutje maakte, ontstond er een gaatje met de nummer drie. Ik reed daarna alleen en was ineens één van de snelsten. Aan het einde van de race heb ik het gat dichtgereden. Als ik dat foutje niet had gemaakt, had een podiumplaats er wel ingezeten, denk ik.”

Voor de derde race moest Tijmen zich zondag kwalificeren. Daarin leek hij op weg naar de poleposition, maar kampioenschapsleider Franco Colapinto reed in de laatste ronde nipt naar de snelste tijd. Zodoende werd Tijmen op vierhonderdste van een seconde tweede. Voor de race had hij evenwel het voordeel dat hij nog een setje nieuwe banden had. Helaas was hij bij de start iets te gretig en liet hij de motor afslaan. Tegen de tijd dat hij zijn auto weer aan de praat had, had hij een flinke achterstand op de rest. Tijmen wilde echter niet van opgeven weten.

Hij knokte zich terug naar de zevende plek. Ook reed hij de snelste rondetijd. “De snelheid was goed, maar er had natuurlijk meer ingezeten. Jammer dat ik de start verpestte; in de eerste rondjes was ik al de snelste op de baan. We hadden echt de potentie om een podiumplaats te pakken. De volgende keer gaat het hopelijk beter. We hebben in ieder geval gezien dat we goed kunnen meedoen om de podiumplaatsen. Misschien kunnen we nog een keer winnen. Dat gaan we zeker nog proberen.”

Tijmen wacht nu de zesde ronde van het kampioenschap die eind oktober op het circuit van Portimão wordt gehouden. “Daar heb ik heel veel zin in. Ik heb er nog niet gereden, maar ik heb al wel rondjes op de simulator gedaan. Ik vind het een leuke baan. Het ziet er veelbelovend uit.”