Max Koebolt had hoge verwachtingen voor het vijfde en voorlaatste raceweekeinde van het seizoen in de GT4 European Series, want voor de coureur uit het Noord-Hollandse Heemskerk was het evenement op Circuit Zandvoort natuurlijk zijn thuiswedstrijd. De uitgangspositie was goed, want Koebolt en zijn Poolse teamgenoot Jan Kisiel kwamen als leiders in de tussenstand van het kampioenschap naar Zandvoort. Daar was het doel om met de North Sea Lubricants-Mercedes-AMG GT4, ingezet door het Duitse Leipert Motorsport, zoveel mogelijk punten te scoren ten opzichte van de concurrentie in de titelstrijd. Met de vijfde plaats in de eerste race en de vierde plek in de tweede wedstrijd lukte dat. “We staan nog steeds bovenaan, maar we hadden zeker op zondag iets meer verwacht, in ieder geval een podium. We staan in ieder geval nog bovenaan, dat is positief”, aldus Koebolt.

Op donderdag legden Koebolt en Kisiel tijdens de officieuze testsessies de eerste ronden op Zandvoort met de North Sea Lubricants-Mercedes-AMG GT4 af. “Dat ging goed, we hadden een goede afstelling te pakken”, aldus de coureur. Op vrijdag vielen de officiële vrije trainingen letterlijk in het water, want het leek eerder herfst dan zomer op Zandvoort met telkens weer inzettende regen. Koebolt: “Er waren vrij veel incidenten in de eerste vrije training, waardoor niemand echt tijden kon neerzetten. De tweede vrije training vond geheel in de regen plaats, dat ging heel goed. We gingen supergoed.”

Op zaterdagochtend reed Max Koebolt zoals altijd de eerste kwalificatie voor de ‘Pro’-rijders. “Het was typisch Nederlands weer: aan het begin van de kwalificatie nog vochtig, maar al wel droog genoeg om op slicks te gaan. Elke seconde werd de baan sneller, ik kon constant goede rondes rijden, maar jammer genoeg werd ik op mijn laatste snelle ronde erg gehinderd. Daarmee kwam ik uiteindelijk niet verder dan P13. Dat was wel jammer, want we zaten er echt goed bij”, zei Koebolt. In de tweede kwalificatie was het de beurt aan teamgenoot Jan Kisiel, die de Mercedes-AMG GT4 naar de tweede startplaats voor de slotrace van het weekeinde reed.

Koebolt startte de eerste race voortvarend: “Ik kon meteen van P13 in de top tien rijden. Ik kon het tempo heel goed bijhouden, maar toen was er een ‘full-course yellow’ omdat er iemand van de baan was geraakt. Daarna functioneerden bij mij de voorbanden niet optimaal meer, maar gelukkig kon ik wel de aansluiting houden. Met de pitstops kwam ik op P8 de pitstraat in. Jan heeft daarna wat goedgemaakt en zo werden we als vijfde geklasseerd. Qua punten was dat een prima resultaat voor ons.”

De race op zondag was voor Koebolt en Kisiel een lastige aangelegenheid. Kisiel startte vanaf de tweede plaats en kwam uitstekend weg, maar er moest opnieuw worden gestart, nadat er op het rechte stuk meerdere auto’s met elkaar in botsing waren gekomen. De tweede start van achter de safety-car verliep minder voortvarend. “Wat dat betreft komen we gewoon power tekort op grond van de ‘balance of performance’, dus toen wisten we al dat het heel moeilijk zou worden”, zei Koebolt. “Jan kon alleen maar volgen, zeker toen er daarna nog een safety-car-fase en een herstart kwam. Diverse andere auto’s reden er met gemak voorbij. Met het verschil in topsnelheid kunnen we moeilijk aanvallen, iets waarvan ik tijdens mijn rijbeurt ook last had. We hebben getracht de schade beperkt te houden, maar we hadden toch wel op iets meer gehoopt”, erkende hij.

Met nog één weekeinde te gaan, op 30 en 31 augustus en 1 september op de Nürburgring, staan Koebolt en Kisiel nog steeds aan de leiding in de tussenstand van het kampioenschap, al is hun voorsprong wel geslonken. Koebolt blijft optimistisch: “Daar gaan we proberen om het af te maken, de titel is ons doel!”