Eindelijk is het dan zover: de 55 gepasseerd, tijd om het rustiger aan te doen; Rob Kamphues gaat racen met een automaatje. Maar dan wel met de snelste automaat ter wereld: op uitnodiging van Renault Benelux stapt hij in de monsterlijke RS01. Komend weekeinde al  komt hij in actie op het circuit van Zandvoort tijdens de Jumbo-familiedagen, samen met racecrack Sandor van Es. Eerder deze maand reed hij zijn  eerste testkilometers, hieronder een persoonlijk verslag.

 

 

Instappen moeilijker dan wegrijden
Wegrijden met dit monster is geen kunst is het eerste dat me opvalt als ik me in de cockpit van de RS01 heb geïnstalleerd, want hij heeft maar twee pedaaltjes. Nou geïnstalleerd… gewurmd meer, want de deuropening van de speciaal voor het circuit gebouwde Renault is zo krap dat ik onder de bulten op mijn hoofd had gezeten als ik geen helm op had gehad. Maar het is echt waar: de snelste auto die ik ooit heb mogen besturen is een automaat! Je zet hem met het hendeltje achter je stuur in zijn één, geeft gas en hij pruttelt de pits uit als een invalidenkarretje. Nou ja, als je tenminste weet waar alle knopjes op het stuur voor dienen, want dat zijn er net zoveel als in de formule 1.

Remmen ho maar ho!
En na het wegrijden uit de pits houdt de vergelijking met een electrokar ook meteen op, want de 3,8 liter grote V6 achterin heeft meer dan 550 pk en dat merk ik direct als ik het gaspedaal indruk richting Tarzanbocht: wat een acceleratie! En dan: remmen! Ik was al gewaarschuwd; de RS01 heeft koolstofvezelremmen, net als een formule-1-auto en die moet ik net zo hard intrappen als Max Verstappen in zijn Red Bull. Om precies te zijn 120 kilo, oftewel ruim anderhalf keer mijn lichaamsgewicht. Dat is te merken, want zelfs als ik op mijn allerhardst op de rem trap blokkeren de wielen niet. Gelukkig heb ik in de sportschool afgelopen winter genoeg aan de apparaten gehangen om ervoor te zorgen dat ik nog redelijk normaal kan remmen, want als ik net zo hard trap als in een gewone auto gebeurt er helemaal niks!

 

 

Veelbelovend
Het is natuurlijk een geweldige eer en uitdaging om voor Renault in dit monster te stappen. Dank ook aan mijn persoonlijke sponsors die voor een keer genoegen nemen met een plekje op mijn helm en overall. En dank voor het vertrouwen van Frans Verschuur, die het hele plan bedacht. Gelukkig waren ze bij Equipe Verschuur tevreden met mijn tempo in de auto:  in sappig Vlaams beoordeelde topengineer Ludo ( die ooit met de vader van Max samenwerkte) ‘in de langzame bochten gaat U steeds beter, allez, maar in de snelle bochten moet u uw ballen nog iets meer vastpakken.’ Hopelijk kan ik een beetje van Sandor van Es afkijken hoe dat moet.

 

 

Groot Hart
Het mooiste van alles is natuurlijk dat we aan het einde van de dag, na de races, voor mijn stichting Groot Hart kindjes mogen rondrijden. In de RS01. En hoe leuk ze dat vinden weet ik nog van de Pinksterraces toen Renault dat ook al mogelijk maakte. Een extra reden dus om de auto heel te houden en op het podium te komen, want de kinderen weten inmiddels allemaal: als Kamphues een beker wint dan wordt hij verloot onder de dappere meerijders!